Ruim een kwart van het bouwplaatspersoneel heeft last van hand-armtrillingen. Deze trillingen ontstaan bij het bedienen van stotend handgereedschap, zoals bekrachtigde hamers (slopers, koppensnellers, betontimmerlieden) en trilstampers (spoor-, kabel- en buizenleggers) Ook bij het gebruik van ander trillend handgereedschap (voegers, natuursteenbewerkers, timmermannen) ontstaan handtrillingen.
Tijdens deze toolboxmeeting besteden we aandacht aan:
De activiteiten waar o.a trillingen voorkomen. Het werken met:
De kans op het ontstaan van klachten wordt door een aantal factoren vergroot: