Er worden bij verschillende werkzaamheden gassen gebruikt, zo worden acetyleen en zuurstof in de bouw veel gebruikt voor las- en snijwerkzaamheden. Propaan of butaan wordt gebruikt voor bijvoorbeeld dakdekkerswerkzaamheden, verwarming, heetstoken en autogeen snijden of afbranden. Deze gassen dienen ook te worden opgeslagen. Voor de opslag van gas kan men gebruik maken van flessen, flessenbatterijen of tanks. Wanneer er meer dan 4 flessen doormiddel van een hogedrukleiding aan elkaar gekoppeld zijn, spreekt men over een flessenbatterij.
Het risico van opslag van gassen is afhankelijk van het soort gas en de manier van opslag.
Maatregelen die genomen moeten worden om gasflessen veilig op te slaan zijn:
Eén of twee propaan/ butaanflessen kunnen in een materiaalcontainer worden opgeslagen, mits er zo laag mogelijk in de wanden voldoende kan worden geventileerd (richtlijn bij één fles: onder en boven in de deur een ventilatierooster van 1 dm2 (voorbeeld 5x20 cm) en bij opslagruimten van flessen twee ventilatieopeningen van 10 dm2 (voorbeeld 50x20 cm) tegenover elkaar
Tevens dient de container:
Bij gelijktijdig gebruik van de container als werkplaats gelden de volgende aanvullende eisen:
In keetwagens dienen de gasflessen in een aparte ruimte te worden weggezet, zoals een stalen afsluitbare kist op de dissel met voldoende ventilatieopeningen in de bodem. Om ongedierte te voorkomen is het aan te raden om de ventilatieopeningen te voorzien van fijnmazig gaas.