test
02 Inrichting Arbeidsplaatsen
 >  Opslag gasflessen
Introductie

Er worden bij verschillende werkzaamheden gassen gebruikt, zo worden acetyleen en zuurstof in de bouw veel gebruikt voor las- en snijwerkzaamheden. Propaan of butaan wordt gebruikt voor bijvoorbeeld dakdekkerswerkzaamheden, verwarming, heetstoken en autogeen snijden of afbranden. Deze gassen dienen ook te worden opgeslagen. Voor de opslag van gas kan men gebruik maken van flessen, flessenbatterijen of tanks. Wanneer er meer dan 4 flessen doormiddel van een hogedrukleiding aan elkaar gekoppeld zijn, spreekt men over een flessenbatterij.

Risico's > Wat kan er gebeuren?

Het risico van opslag van gassen is afhankelijk van het soort gas en de manier van opslag.

  • Door verhitting van de inhoud door blootstelling aan directe zonnestralen of werkzaamheden in de directe omgeving daar van. Door deze verhitting zal het gas gaan uitzetten, met een ontploffing als gevolg.
  • Het verrichten van handelingen door onbevoegden aan de koppeling tussen fles en distributieleiding, waardoor ongecontroleerd uitstromen van gas mogelijk is. De zuurstof in de lucht wordt verdrongen door het gas waardoor de verhouding gas-zuurstof zodanig wordt dat hierdoor een explosie kan ontsataan. 
  • Acetyleen en zuurstofmengsels zijn in bijna alle verhoudingen explosief. Propaan en butaan hebben beide een lage onderste explosiegrens, dat betekent dat een mengsel van gas en lucht met circa 2% gas bevat al explosief is.
  • Bij aanwezigheid van geconcentreerde zuurstof in de lucht, kan de brandbaarheid van omgeving en materialen snel oplopen.
Maatregelen > Wat moet je doen?

Maatregelen die genomen moeten worden om gasflessen veilig op te slaan zijn:

  • Zorg voor een goed geventileerde ruimte of plek.
  • Zorg dat de opslag plaats op veilige afstand van warmte- en ontstekingsbronnen is. Bij open opslag van flessen dient er een plek gekozen te worden, die niet blootgesteld is aan directe zonnestralen en verder dienen de flessen beschermd te zijn tegen weersinvloeden.
  • Wanneer het mogelijk is dient er een plek gekozen te worden, die makkelijk afgeschermd kan worden met een afsluitbaar hek
  • Gevaarsymbolen en tekst “Brandbare gassen, roken en open vuur verboden” moeten aan de buitenzijde van de opslag geplaatst worden.
  • Zorg dat er voldoende geschikte brandblusapparatuur (ABC-poederblusser of CO2-blustoestel 6 kg) aanwezig zijn. Ook deze brandblusser moet zijn afgeschermd van weersinvloeden.
  • Zorg dat onbevoegden geen toegang hebben tot de gasopslag en dat de toegang vrij is van obstakels.
  • Zorg er voor dat de gasflessen verticaal blijven staan en beschermd zijn tegen omvallen en beschadiging, hiertoe dienen flessen vastgezet te worden met kettingen of beugels in rekken of tegen de muur en gegroepeerd per soort om omwisselen van gassen te voorkomen.
  • Volle en lege flessen dienen gescheiden te worden opslagen.
  • Gas- en zuurstofflessen moeten zijn voorzien van de vereiste gevaarsetiketten of inslagen. De keurtermijn van flessen mag niet overschreden worden.
  • Beschadigde of lekkende gasflessen markeren en apart zetten.
  • Als je gasflessen wilt opslaan, waarvan de gezamelijke waterinhoud meer dan 125 liter bedraagt moet je die opslaan in een daarvoor bestemde opslagvoorziening (PGS 15 !!) Werk voorraden of op een laskar geplaatste gasflessen worden hier niet toe gerekend.

Opslag van gasflessen in materiaalcontainer

Eén of twee propaan/ butaanflessen kunnen in een materiaalcontainer worden opgeslagen, mits er zo laag mogelijk in de wanden voldoende kan worden geventileerd (richtlijn bij één fles: onder en boven in de deur een ventilatierooster van 1 dm2 (voorbeeld 5x20 cm) en bij opslagruimten van flessen twee ventilatieopeningen van 10 dm2 (voorbeeld 50x20 cm) tegenover elkaar

Tevens dient de container:

  • van onbrandbaar materiaal te zijn vervaardigd;
  • de elektra-aansluiting aan de buitenzijde te hebben;
  • wat betreft verlichting en elektrische apparatuur te voldoen aan de eisen voor ruimten met verhoogd brandgevaar (NPR 7910);
  • te zijn voorzien van tekstbord “Roken en open vuur verboden”;
  • te zijn voorzien van een poederblusser klasse ABC van tenminste 6 kg (in containers of keten waar genoemde gassen worden gebruikt of opgeslagen);
  • minstens 5 m te zijn verwijderd van (bouw)verkeer en bouwketen;
  • te zijn voorzien van beugels om de fles(sen) vast te zetten (aanbeveling). Hierbij behoort een instructie dat niet meer flessen mogen staan dan er beugels zijn.


Bij gelijktijdig gebruik van de container als werkplaats gelden de volgende aanvullende eisen:

  • ventilatievoud van 4 à 6 maal per uur;
  • deuren moeten in open stand kunnen worden vastgezet;
  • opslag van andere brandbare producten moet worden voorkomen.

Aanvullingen

  • Een gaslek op de fles of aansluiting, kan worden gecontroleerd met zeepsop of speciale lekspray.
  • Is er een fles met het brandbaar gas acetyleen omgevallen en wordt deze gasfles warm, evacueer dan de omgeving zo snel mogelijk en neem contact op met de brandweer en de leverancier van het gas.

Toepassing keetwagens

In keetwagens dienen de gasflessen in een aparte ruimte te worden weggezet, zoals een stalen afsluitbare kist op de dissel met voldoende ventilatieopeningen in de bodem. Om ongedierte te voorkomen is het aan te raden om de ventilatieopeningen te voorzien van fijnmazig gaas.


Tips > Voor meer informatie
  • Abomafoon 2.10 Propaan- en butaanflessen.
  • Abomafoon 2.11 Acetyleen- en zuurstofflessen.
  • Www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl:
    • PGS 15 Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen. Hoofdstuk 6 Opslag van gasflessen.